In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Carnaval - de Quiz
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
de geschiedenis
Carnaval / vastelaovend is een volksfeest dat in februari of maart plaatsvindt. De precieze datum hangt af van Pasen; het carnaval is altijd zeven weken daarvoor. Het is de bedoeling dat je nog even 'uit je dak gaat' en gek doet voordat de vastentijd begint. De vastentijd is een tijd van matiging, eenvoud en bezinning.
Slide 3 - Tekstslide
de geschiedenis
Car
Het carnaval duurt officieel van zondag tot en met dinsdag. Maar in veel steden is er op zaterdag al een carnavalsoptocht.
De dinsdag heet vette dinsdag (dan mocht je nog even lekker veel en vet eten voordat het vasten begon) en de woensdag na het carnaval heet Aswoensdag. Vroeger ging iedereen dan naar de kerk om een askruisje te gaan halen. De priester zette dan een askruisje op je voorhoofd. Die as kwam van de verbranding van de overgebleven buxus-takjes die het jaar ervoor met Palmzondag in de kerk waren uitgedeeld aan de kerkgangers.
Slide 4 - Tekstslide
De naam
Voor de naam 'Carnaval' zijn een aantal verklaringen. Het meest waarschijnlijk is dat de naam komt van woord 'Carnevale', wat in het Latijn 'vaarwel vlees' betekent. Dus afscheid nemen van het vlees. Tijdens de vastentijd at men geen vlees. Nou was dat voor heel veel mensen in de Middeleeuwen, maar ook daarna niet zo'n heel groot punt. De mensen waren vaak veel te arm om vlees te kunnen eten.
2. Maar het woord zou ook kunnen komen van een ander Latijns woord, nl. 'Carrus Navalis'. Letterlijk betekent dit woord scheepswagen. Een schip op wielen. Het was een narrenschip. In het schip zaten narren of zotten. Grappenmakers die de mensen belachelijk maakten. Maar ook de oude Grieken reden hun wijngod Dionysos op een schip met wielen rond.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
In welke gemeente staat dit beeld?
A
Heerlen
B
Maastricht
C
Kerkrade
D
Landgraaf
Slide 7 - Quizvraag
In welke stad is de ezel een symbool voor de carnavalsvereniging?
A
Heerlen
B
Maastricht
C
Kerkrade
D
Landgraaf
Slide 8 - Quizvraag
Uit hoeveel personen bestaat de Snollebollekes?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel
Slide 10 - Quizvraag
In welke gemeente is de grote optocht op dinsdag?
A
Heerlen
B
Maastricht
C
Kerkrade
D
Landgraaf
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag
Slide 12 - Quizvraag
Welke periode komt na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan
Slide 13 - Quizvraag
Hoe lang duurt de vastenperiode?
A
30 dagen
B
40 dagen
C
45 dagen
D
60 dagen
Slide 14 - Quizvraag
Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Muziek in Limburg - carnaval
Slide 17 - Tekstslide
Carnaval
In Limburg en Noord-Brabant wordt volop carnaval gevierd, terwijl dat nauwelijks gevierd wordt 'boven de rivieren'.
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht carnaval
Wie viert er carnaval?
Wie viert er uit principe géén carnaval?
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld: Hoe schrijf je het feest dat we vandaag vieren?